De eerste blijversleningen in Nederland zijn verstrekt. De lening is vergelijkbaar met starterslening, alleen is deze bedoeld voor ouderen die langer in hun eigen huis willen blijven wonen. De lening moet gebruikt worden om het eigen huis aan te passen, door bijvoorbeeld drempels weg te halen en het plaatsen van een traplift.
Gemeenten bepalen de voorwaarden van de blijverslening en stellen een budget beschikbaar. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting beheert het geld. Bij overlijden wordt de woning verkocht en krijgt de gemeente het geleende bedrag terug om het opnieuw in te zetten.
Het echtpaar Heikamp uit Veenendaal krijgt als een van de eersten de lening toegewezen. Margaret Heikamp krijgt een kunstheup. Om in het eigen huis te kunnen blijven waren er aanpassingen nodig, die bij elkaar zo'n 10.000 euro kosten. Zo wordt de badkamer helemaal aangepast en worden er beugels geplaatst.
Bij de bank konden de twee niet terecht, maar door de nieuwe blijverslening kunnen ze nu toch de verbouwing betalen.